David Vann (Alaska, VS; oktober 1966) heeft een vriendelijke, bijna vrolijke oogopslag. Hij is zo’n schrijver die het liefst in de schaduw vertoeft. Alle ophef rond zijn boeken – “In hoeverre zijn uw verhalen autobiografisch?” – kunnen hem gestolen worden. Misschien was het daarom dat hij me tijdens Boek & Meester uit het publiek plukte op 1 april 2019 in Rotterdam. Eindelijk een bekend gezicht, iemand die hij herkende aan een eerder gesprek in informele sfeer. In de zaal was men verbaasd over de spontane begroeting door deze gereserveerde Amerikaanse schrijver, nota bene een hello naar iemand die niemand van hen kende.
Ik heb David Vann leren kennen tijdens de boekpresentatie van zijn roman Goat mountain – elfjarige zoon gaat op jacht met vader en grootvader; die dag zal hun levens voorgoed veranderen – op 10 september 2013 ten kantore van Uitgeverij De Bezige Bij. In augustus en september vertoefde hij als writer in residence in Nederland. Waarom ik was uitgenodigd weet ik niet meer. Vooraf had ik het manuscript van de uitgever toegestuurd gekregen en zoals het een bewonderaar betaamt had ik dat grondig gelezen alvorens me naar Amsterdam te spoeden. We waren met een gezelschap van een man of twintig, vooral medewerkers van de uitgeverij. Journalisten waren niet uitgenodigd, recensenten evenmin. Wel kwam ik daar een bekende andere bewonderaar tegen: Daan Heerma van Voss. Toevallig had ik in de trein naar Amsterdam zitten lezen in diens De vergeting, de roman die eerder dat jaar was verschenen. Meteen maar even laten signeren.
Nadat de eerste glazen achterover waren geslagen, men genoeg had van de pinda’s, salamischijfjes en olijven, werd ik voorgesteld aan de auteur. Professioneel schudde hij mijn hand met een blik van: daar heb je er weer zo-een, terwijl me toch was beloofd dat het informeel zou zijn. Een aantal vragen had ik voorbereid, voor het geval dat. En het geval diende zich op dat moment aan. Voordat ik begon vertelde ik dat ik zelf weleens verhalen schreef en zelfs twee romans in de la had liggen en benieuwd was naar zijn schrijfproces. “In die zin kunt u dit als een gesprek vanuit pure belangstelling en bewondering beschouwen.” We vroegen om nog een drankje. Toen stelde ik hem toch enkele vragen.
In de aankondiging van Goat mountain staat dat dit uw laatste autobiografische roman zal zijn. De wijze waarop bepaalde emoties zich voordoen, de context waarin een en ander zich afspeelt, is duidelijk fictief, of zie ik dat fout?
“Mijn schrijven heeft een heftige emotie als basis. De rest is eigenlijk opvulling, aankleding. Het geeft het verhaal een plaats, al moet die de emotie wel bekrachtigen. Emoties zijn mijn drijfveer, emoties zoals wij die allemaal ervaren, maar die soms out of control raken, waardoor een leven op zijn kop wordt gezet.”
Heeft de film The Shining enige invloed gehad bij het schrijfproces van Goat mountain?Het deed me soms denken aan Jack Nicholson.
“Dat is toch een boek van Steven King? Mijn werk wordt vaak vergeleken met dat van Steven King, al schrijven we geheel anders. Maar wat wij delen, is die emotie die de overhand krijgt, die we niet meer in de hand kunnen houden. De film heb ik nooit gezien, en het boek heb ik nooit gelezen, maar zoals jij me nu vertelt over dezelfde indruk die het je heeft gegeven, moet ik de film echt eens bekijken en zien of Jack Nicholson en de vader inderdaad dezelfde uiting geven aan hun idiotie.”
Op zeker moment schrijft u: Noach lived 930 years. Is de Bijbel een inspiratiebron voor u? Kent u de Bijbel uit het hoofd?
De Bijbel is wel degelijk een bron van inspiratie voor me. Het Nieuwe Testament boeit me niet zo, het Oude Testament des te meer. Dat boek heeft natuurlijk nagenoeg niets met het christendom te maken. Het is atavistisch, een boek van alle tijden. Het is het basisverhaal van de mensheid. Vooral tijdens mijn studies Middle and Old English heb ik het Oude Testament leren kennen. Ik ken het inderdaad bijna uit mijn hoofd.”
Zeer gedetailleerd beschrijft u de laatste minuten van een dier dat strijdt tegen de dood,en de emoties die dat oproept bij die elfjarige jongen. Heeft u zelf ooit een hert geschoten?
Tweemaal in mijn leven heb ik een hert geschoten, beide keren als elfjarige jongen. De eerste keer had mijn schot het hert slechts verdoofd. In die zin is het gebeuren zoals omschreven in Goat mountain een natuurgetrouwe weergave van wat er gebeurde met het hert dat ik toen had geveld. Nog altijd zie ik de ogen van het dier, de trillingen van de huid. Alsof het gisteren is gebeurd. En het was goed. De natuur speelt inderdaad een belangrijke rol in mijn werk en is vaak een van de hoofdpersonen. Mijn volgende roman speelt zich af in Seattle (EW: Aquarium, 2015) al moet ik toegeven dat het aquarium aldaar er een grote rol in speelt.”
David Vann schrijft in sobere taal. Zijn debuut – Legende van een zelfmoord – werd een wereldwijs succes. Het is een sterk autobiografisch boek met als thema de zelfmoord van zijn vader. Heilbot op de maan is vooralsnog zijn laatste roman (2019). En ook al is het volstrekt irrelevant: wat een aardige man!